Arbeidsinspectie: dienstverlening aan werkgevers in regio is verbeterd 

Datum: 12 juni 2023

De dienstverlening aan werkgevers om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan werk te helpen is de afgelopen jaren verbeterd. Ondanks de inspanningen van de werkgeversservicepunten, waarin gemeenten en UWV samenwerken in de regio, is er nog werk aan de winkel, want de samenwerking is niet altijd doeltreffend. Dat schrijft de Nederlandse Arbeidsinspectie in het rapport Kansen op de arbeidsmarkt: de regionale werkgeversservicepunten aan zet.

Divosa – een vereniging van leidinggevenden in het sociaal domein – was betrokken bij het onderzoek en wijst er in een reactie op dat de omstandigheden waaronder gemeenten het werk moeten doen niet altijd eenvoudig zijn.

Volgens de Arbeidsinspectie zijn er tussen en binnen regio’s grote verschillen. Dat komt door autonomie van gemeenten, historisch gegroeide verhoudingen, verschillen tussen gemeenten onderling en tussen gemeenten enerzijds en het landelijk aangestuurde UWV anderzijds. De werkgeversservicepunten zijn gevestigd in elk van de 35 arbeidsmarktregio’s, vaak virtueel in de vorm van een website. Volgens het rapport van de inspectie lijkt het erop dat een live setting beter werkt.

Wisselwerking
De Arbeidsinspectie meldt verder dat de wisselwerking tussen de dienstverlening aan werkgevers en werkzoekenden beter moet. Het zijn vaak losstaande activiteiten en er is niet altijd voldoende zicht op wat een werkzoekende kan.

Een andere conclusie uit het rapport is dat werkgevers de servicepunten niet goed weten te vinden: niet meer dan 16 procent is ermee bekend en 8 procent maakt er gebruik van. En dat terwijl werkgevers vaak vragen hebben die aansluiten op het aanbod van de werkgeversservicepunten en meer dan de helft van de werkgevers bereid is om iemand met een afstand tot de arbeidsmarkt aan te nemen. Het werkgeversservicepunt zal het voortouw moeten nemen om het contact te verbeteren, schrijft de inspectie.

Wat vindt Divosa?
In haar bestuurlijke reactie schrijft Divosa het positief te vinden dat de samenwerking over de hele linie beter is geworden, ondanks de aandachtspunten. Divosa wijst in dit kader op de inherente gevolgen van keuzes die zijn gemaakt in de opbouw van het SUWI-stelsel, die de inrichting regelt van het stelsel rondom de uitvoering van de sociale zekerheid om mensen te voorzien van werk en bestaanszekerheid. Dit stelsel is tot stand gekomen in een periode van grote bezuinigingen en hangt van tijdelijke financieringsstromen aan elkaar. Het is dus roeien met de riemen die we hebben en daar moeten we rekening mee houden bij de oordeelsvorming, vindt Divosa.

Beperkte toename inclusieve werkgevers
Divosa schrijft verder dat het aantal inclusieve werkgevers maar beperkt toeneemt, ondanks de krappe arbeidsmarkt. De verantwoordelijkheid daarvoor wordt te gemakkelijk en eenzijdig bij de publieke dienstverlening gelegd.

Divosa wijst op de beperkingen van het beschikbare budget en de speelruimte van professionals om relaties aan te gaan met werkgevers. Het zou goed zijn als de inspectie zou onderzoeken hoeveel rek er nog in zit, zeker gezien de ondersteuning die mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt nodig hebben.

Verder schrijft Divosa dat de kwaliteit van de match en het aantal succesvolle matches leidend zouden moeten zijn, en niet de structuur van de organisatie.